Nachtmerries en -muizen

Help, er krioelen allemaal slangen om me heen!

Verschrikt doe ik mijn ogen open. Ja, daar zijn ze nog steeds, enge grote slangen. Ik zie ze in het zachte maanlicht over mijn bed kruipen. “Geri”, fluister ik. “GERI” iets harder.
Mijn zus beweegt niet en slaapt rustig door. Ik weet niet wat ik moet doen. Als ik naar haar toe ga, komen de slangen me misschien achterna. Naar ons mam!

Langzaam met mijn ogen op die kronkelende massa wurm ik me uit bed. Voorzichtig voel ik met mijn tenen of het veilig is en zet dan aarzelend een voet op de grond. Gelukkig, geen slangen. Mijn andere voet erbij. Nog steeds niks. Ik ren naar de deur en grijp naar de klink. Op mijn tenen kan ik er net bij. Op blote voeten ren ik over de koude tegels door de gang. Voor de deur van de slaapkamer van mijn ouders sta ik even stil en luister of ze misschien nog wakker zijn. Ik hoor alleen het harde snurken van mijn vader. Ze slapen, ik wil ze niet wakker maken maar ik durf ook niet terug naar mijn eigen bed.

Voorzichtig maak ik de deur open en loop naar mijn moeders kant van het bed. Mijn moeder slaapt nog, zacht huilend vertel ik over de slangen. Ze wordt wakker en slingert meteen haar benen over de rand van het bed. Ze herkent de droom en pakt mijn hand om me weer naar mijn eigen bed brengen en te laten zien dat die slangen niet echt zijn. Maar ik durf niet en begin wat harder te huilen.

“Sst, dadelijk wordt iedereen wakker. Kom maar in bed, maar wel stil liggen en gaan slapen!” Ik beloof het en kruip in het krappe tweepersoons bed. Mijn moeder komt er ook weer bij en zo lig ik veilig tussen hen in. Maar ik durf nog steeds niet mijn ogen dicht te doen. Daar lig ik dan, in het donker.

Helemaal donker is het daar trouwens nooit want tegenover het bed aan de muur naast het lichtknopje heeft mijn vader een plankje gemaakt voor de wekker. Op dat plankje zit een klein fietslampje wat altijd brandt. Het licht schijnt op de wijzerplaat van de wekker, daardoor kan je ’s nachts ook zien hoe laat het is.

Naast de wekker hangt een verjaardagskalender. In het licht van het lampje kan ik net een beetje zien wat erop staat. Het zijn tekeningen van een muizenfamilie op de kermis. Zodra mijn ogen genoeg aan het donker gewend zijn komen de muizen tot leven. Ik doe direct mee, we gaan in de draaimolen, mogen touwtje trekken en eten een suikerspin. Wanneer iedereen moe is van het spelen, gaan we naar huis. Dan drinken we nog een beker melk en als de muizen zich klaar maken om naar bed te gaan durf ik eindelijk mijn ogen dicht te doen en val ik in een diepe droomloze slaap.

4 gedachten over “Nachtmerries en -muizen”

  1. Henry Gruijters

    Mooi verhaal waarin waarschijnlijk voor heel veel mensen iets herkenbaars in zit. Op mijn slaapkamer zat een ingebouwde kast waarvan de deur regelmatig open sprong en ik keek dan vanuit mijn bed in een zwarte spleet. In mijn fantasie zaten er heel wat enge beesten in die kast. En uiteraard onder mijn bed ook waar ik meestal niet meer aantrof dan een paar sokken waar een lucht vanaf kwam waar je wel nachtmerries van MOEST krijgen….

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *