Scrabblewoordenparade

Zondagochtend. Ik ben vroeg opgestaan omdat ik bij mijn moeder logeer. Ik hoorde haar om 7 uur al rondspoken. Dus het was voor ons allebei een korte nacht.

Ik heb gedoucht, ontbeten en Jack uitgelaten dus het is nu tijd voor koffie.

Koffie en een spelletje scrabble stel ik voor. Mijn broer heeft de tv al aangezet voor een hele dag biljart kijken dus hij doet niet mee, maar mijn moeder is altijd wel te porren. Ze is niet bijster goed in Scrabble, maar vindt het reuze leuk. 

Samen met haar ga ik op zoek naar de doos. Wij zijn de enigen die het spel spelen maar toch is het elke keer zoek. Nadat we de halve kast op “mijn” slaapkamer hebben leeggeruimd ontdekken we ‘m onder een stapel lakens.

We gaan er eens goed voor zitten, een kopje koffie en een koekje erbij. Ik lees nog even vluchtig de spelregels door, moesten we nu 7 of 8 letters pakken? En dan kiezen we ieder onze eerste steen. Degene die de letter met de meeste punten heeft, mag beginnen.

Ik heb een “E”, dat is maar één punt. Mijn moeder heeft meer punten en mag beginnen. We pakken de rest van de letters en zetten ze op onze houten letterplankjes. Oh jee, ik heb maar één klinker, dat wordt lastig.

Mijn moeder is koningin van de korte woorden. Ik ben ook niet heel goed in dit spelletje, maar zie het als mijn uitdaging om toch zoveel mogelijk van het bord te gebruiken, anders zijn we snel klaar.

Een woordenboek hebben we niet en de officiële spelregels verbuigen we zoals het uitkomt. Ik trek wel de grens dat de woorden van links naar rechts en van boven naar beneden gelezen moeten worden. Als ik een woord niet ken wat mijn moeder wil leggen, zoek ik even op internet of ik iets kan vinden wat erop lijkt. En al bedoelt ze iets heel anders, een gevonden woord is een scrabble woord.

(geschreven tijdens de cursus “Verrassende levensverhalen schrijven” van Heleen Bosma)

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *